De familie Erents trapte het pensioen van meneer Erents af met een vakantie naar Canada. Op de laatste vakantiedag maakten zij een tour op een sneeuwscooter en botste meneer Erents tegen een boom. Hij kan zich niets van het ongeluk herinneren. Hij werd opgenomen op de intensive care en werd 6 weken in slaap gehouden. Het was een onzekere tijd en de complicaties, waaronder een klaplong en een bacterie, bleven elkaar opvolgen.
‘Ik kon vrijwel niks’
‘Na twee maanden was ik “sterk” genoeg om terug te gaan naar Nederland. Ik kon nog vrijwel niks. Zelfs rechtop zitten lukte niet’, vertelt meneer Erents. In Nederland verbleef hij eerst een week op de verpleegafdeling in het Dijklander Ziekenhuis en daarna twee maanden in een revalidatiecentrum elders. ‘Daarna mocht ik eindelijk naar huis en werd ik begeleid door de wijkverpleging. Ik kon echter nog steeds niet lopen en zelfs rechtop zitten ging moeizaam. Thuis ging het helaas niet goed: eten wilde niet lukken. Door een natriumtekort werd ik weer meerdere keren opgenomen in het ziekenhuis’, gaat hij verder.
Betrokken en behulpzaam
Uiteindelijk ging de gezondheid van meneer Erents langzaam maar zeker vooruit en kon hij beginnen met een revalidatietraject bij het Dijklander Ziekenhuis. ‘Ik startte met fysiotherapie, ergotherapie en sprak regelmatig met de maatschappelijk werker. Ik werd begeleid door een topteam van de revalidatieafdeling. Stuk voor stuk waren ze betrokken, lief en behulpzaam. Ik leerde letterlijk stap voor stap om weer te lopen. Eerst tussen een brug, later met een stok en zo kwam ik steeds verder. De begeleiding was eerst één op één. Toen het beter ging, kon ik ook met een groep meetrainen. Op extreem rustig niveau voetballen of tafeltennissen’, vertelt hij.
‘Hopelijk kom ik steeds verder’
De betrokken fysiotherapeut is trots op de vorderingen die meneer Erents heeft gemaakt: ‘Hij heeft op het randje gelegen. Door hard werken lukt het hem ondanks het spierverlies in zijn arm en alle andere tegenslagen, toch om zijn leven grotendeels te hervatten’. Meneer Erents is daar zelf bescheiden over: ‘Ik ben van heel ver gekomen en ik ben zeker vooruitgegaan. Zonder de steun van mijn vrouw en kinderen was dit niet gelukt. Voor hen was het allemaal misschien wel zwaarder dan voor mij, zeker de periode dat ik niet bij kennis was. Nu kan ik weer fietsen en wandelen gaat ook steeds beter, maar het zal nooit meer worden zoals vroeger. Ik heb nog elke dag pijn. Dat is heel vervelend. Ik hoop dat het ziekenhuis nog kan ontdekken waar dat vandaan komt en dat er iets tegen te doen is. Ik was tijdens het revalideren erg gemotiveerd en probeerde alle oefeningen zo goed mogelijk te doen. Vroeger was ik altijd sportief. Met hardlopen verlegde ik elke keer mijn grenzen. En dat blijf ik nu ook doen. Steeds weer een stukje verder lopen en uiteindelijk kom ik hopelijk steeds verder.’