De onderdelen van het pathologieverslag

Punctie en biopsie

Voordat de diagnose duidelijk is, zal getracht worden cellen of weefsel te verkrijgen van de afwijking welke mogelijk borstkanker zou kunnen zijn. Als het om cellen gaat, dan noemen we dit een punctie. Als het om een klein, via een holle naald verkregen weefselmonster gaat, dan is dit een biopsie. Deze puncties kunnen genomen worden uit de borst, uit de lymfeklieren onder uw arm (axilla), of uit beide.

Weefselonderzoek na operatie

Bij borstsparende operatie wordt gesproken over ‘lumpectomie’. Als de hele borst operatief wordt verwijderd, dan spreekt men van een ‘ablatio’ of een ‘amputatie’. Steeds vaker wordt er voorafgaande aan operatie al met een andere behandeling begonnen, bijvoorbeeld chemotherapie. In dat geval zal het verwijderde weefsel onderzocht worden of en zo ja in welke mate nog tumor aanwezig is in het weefsel dat operatief is verwijderd.

Is de tumor kwaadaardig?

Een tumor is van oorsprong een woord uit het Latijn en betekent letterlijk ‘zwelling’. Heel vaak wordt de term echter binnen de geneeskunde gebruikt voor een groep cellen. Een tumor kan bestaan uit goedaardige (normale) cellen of uit kwaadaardige cellen. In het laatste geval spreekt men van kanker. Het pathologieverslag vertelt u welk soort cellen uw tumor bevat.

In hoeverre heeft de tumor zich uitgebreid binnen de borst?

Borstkanker ontstaat vrijwel altijd uit cellen die de melkgang of melkklier bekleden. Daarbij ontstaat eerst veelal een voorstadium. Dit hoeft nog niet tot borstkanker te leiden en dit vormt in de meeste gevallen ook geen tumor (‘zwelling’). Voor borstkanker is de belangrijkste vraag of deze zich heeft uitgebreid (ingroei in de omgeving) buiten het kleine deel van de borst waarin hij is ontstaan. Als de ziekte zich heeft uitgebreid buiten de melkgangen, dan is echt sprake van borstkanker en noemt men deze ‘invasief’ of ‘infiltrerend’. Als er nog geen sprake is van invasie, dan noemt men dit ‘in situ’, dus beperkt tot de melkgangen of melkklieren in de borst. Als er sprake is van borstkanker, dus als er invasieve groei is, dan kunnen deze soms ook via het bloed of de lymfebanen uitzaaien naar andere delen van het lichaam.

In uw pathologieverslag kunt u één van de hieronder volgende beschrijvingen van de tumor terugvinden. Verder kunnen in het verslag woorden staan die beschrijven hoe de cellen er onder de microscoop uitzien.

DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ)

Dit is een voorstadium van borstkanker dat is ontstaan in een melkgang of melkklier van de borst en dat zich niet daarbuiten heeft verspreid. Als er DCIS in een borst wordt gevonden, dan is er een verhoogd risico op het   ontstaan van borstkanker, veelal in dezelfde borst.

LCIS (Lobulair Carcinoma In Situ)

Dit is, evenals DCIS, een voorstadium van borstkanker, maar ziet er onder de microscoop anders uit en wordt veel minder vaak gevonden dan DCIS. Ook LCIS geeft een hoger risico op het ontstaan van borstkanker, mogelijk niet alleen in dezelfde borst waar het LCIS is gevonden, maar ook in de andere borst.

Invasief carcinoom NST (no special type)

Dit is een kwaadaardige tumor die is ontstaan in een melkgang of melkklier en daarna doorgegroeid is in het omringende normale weefsel binnen de borst. Dit is de meest voorkomende vorm van borstkanker.

ILC (Invasief Lobulair Carcinoma)

Dit is een kwaadaardige tumor die is ontstaan in een melkklier en daarna doorgegroeid is in het normale omringende weefsel in de borst. ILC ziet er onder de microscoop anders uit dan IDC.

Wijken de tumorcellen sterk af van gezonde cellen?

Pathologen, artsen die gespecialiseerd zijn in het herkennen van verschillende soorten cellen en hun specifieke eigenschappen, vergelijken de weggenomen tumorcellen met gezonde borstcellen. Deze vergelijking wordt ‘gradering van de tumor’ genoemd.

  • Graad 1: de kankercellen lijken voor een groot deel op gezonde cellen. De kankercellen groeien meestal langzaam. Graad 1 heet ook wel laaggradig.
  • Graad 2: de kankercellen lijken steeds minder goed op gezonde cellen. De kankercellen groeien meestal sneller dan normale cellen en plakken snel aan elkaar. Graad 2 heet ook wel intermediair.
  • Graad 3: de kankercellen lijken vrijwel niet meer op gezonde cellen. De kankercellen groeien bijna altijd veel sneller dan normale cellen. Graad 3 heet ook wel hooggradig.
Hoe snel groeien de tumorcellen?

Er zijn diverse testen beschikbaar om in te schatten hoe snel de tumorcellen groeien, bijvoorbeeld de Ki-67 test.

Ki-67 is een eiwit dat alleen gevonden wordt in celkernen wanneer zij zich delen, maar niet als ze in rust zijn. Het percentage cellen waarin Ki-67 wordt gevonden is een maat delingsactiviteit van de tumor. Tumoren met een hoge delingsactiviteit groeien sneller en hebben een slechtere prognose dan langzaam groeiende tumoren. Maar tegelijkertijd reageren snel groeiende tumoren beter op chemotherapie.
Een Ki67 > 20 % is hoog, een Ki67 < 10 % is laag.

Hoe groot is de tumor?

De tumorgrootte is één van de factoren waar uw behandelend arts naar kijkt om het stadium van de kanker vast te stellen. De grootte is wel belangrijk, maar het zegt niet alles. Een kleine tumor kan erg agressief zijn, en een grote tumor kan langzaam groeien.

Is bij de operatie de gehele tumor verwijderd?

Indien de tumor uit de borst wordt verwijderd, zal de chirurg proberen rondom de tumor een extra rand (‘marge’) van gezond weefsel weg te snijden. Dit wordt gedaan om er zeker van te zijn dat de gehele tumor is weggenomen. Het gezonde weefsel rondom de tumor dat wordt weggesneden wordt de ‘resectiemarge’ genoemd. Het gezonde weggesneden weefsel wordt nauwkeurig onderzocht om vast te stellen of de tumor ruim genoeg is verwijderd en er geen kwaadaardige cellen zijn achtergebleven. Tevens wordt in het laboratorium bepaald tot hoever van het snijvlak er tumorcellen in het gezonde weefsel worden aangetroffen.

Het snijvlak oftewel de marge rondom de tumor kan op drie manieren worden beschreven:

  • Meer dan focaal positief: de tumorcellen zitten tot aan de snijrand. Aanvullende chirurgie is vaak noodzakelijk. In voorkomende gevallen is aanvullende chirurgie niet altijd noodzakelijk. Uiteraard wordt dit met u in dergelijke gevallen besproken.
  • Negatief: er zitten geen tumorcellen tot in de buitenkant van de snijrand. Het weefsel is vrij van tumor. In het algemeen is er geen aanvullende chirurgie nodig.
  • Focaal positief: er bevindt zich in beperkte mate tumor in het snijvlak. Aanvullende radiotherapie is veelal voldoende om de kans op terugkeer van de ziekte tot een minimum te beperken.
Hebben de borstkankercellen zich verspreid naar de lymfeklieren?

De aanwezigheid van tumorcellen in de lymfeklieren van de oksel is de belangrijkste voorspellende factor met betrekking tot de kans op uitzaaiingen elders in het lichaam. Hoe groter het aantal lymfeklieren waarin zich tumorcellen bevinden, hoe groter het risico dat de kanker na de operatie terugkomt. Indien de lymfeklieren vrij zijn van tumorcellen, noemen we het resultaat van het onderzoek ‘negatief’. Indien de lymfeklieren wel tumorcellen bevatten, noemen we het resultaat ‘positief’. Deze terminologie is voor velen een beetje verwarrend. Want als de uitslag van het onderzoek ‘negatief’ is, dan is dat voor u goed nieuws. Mede op basis van de uitkomst van dit onderzoek kan worden gekozen voor aanvullende behandeling met geneesmiddelen of radiotherapie. Soms is er sprake van zogenaamde ‘isolated tumor cells’ (itc). Deze uitslag van de schildwachtklier wordt beschouwd als negatief.

Zijn er tumorcellen aangetoond in de lymfebanen of bloedvaten?

In de borst zit een netwerk van bloedvaatjes en lymfebanen die de borst met andere lichaamsdelen verbindt. Via bloedvaten worden voedingsstoffen en met name zuurstof aangevoerd en afvalstoffen afgevoerd. De lymfebanen zorgen voor afvloed van het weefselvocht. Het risico op uitzaaiingen is verhoogd indien er tumorcellen in deze afvoerkanalen van de borst worden gevonden. We spreken dan van een vaatinvasie (ook wel angioinvasie genoemd).

Hebben de borstkankercellen hormoonreceptoren?

Hormonen zijn stoffen die ons lichaam zelf maakt. Zij geven ‘signalen’ af. Hiermee beïnvloeden ze organen of processen in ons lichaam. Bij hormoongevoelige tumoren zorgen hormonen er voor dat de tumorcellen vaker delen. Hierdoor groeit de tumor. Een hormoonreceptor is als een slot waar een sleutel (het hormoon) in past. Indien meer dan tien procent van de kankercellen oestrogeenreceptoren heeft, wordt de kanker ER-positief genoemd (ER=oestrogeen receptor). Een tumor die minder dan 10% ER-positief is wordt ER-negatief genoemd. Op vergelijkbare wijze spreken we in verband met progesteron-gevoeligheid over PR-positieve en PR-negatieve tumoren. Voor de behandeling is het een voordeel als borstkankercellen oestrogeenreceptoren bezitten omdat deze borstkankercellen goed reageren op behandeling met geneesmiddelen die de groei-stimulerende werking van de hormonen blokkeren (anti-oestrogenen), of die de hoeveelheid hormonen in uw lichaam verlagen (aromataseremmers).

Hebben de borstkankercellen HER2-receptoren?

Her2 is een groei eiwit dat ieder mens heeft. Sommige tumorcellen hebben hier echter teveel van waardoor de tumorcellen worden aangezet tot snellere groei. We noemen deze tumoren Her 2 positief. HER2-positiviteit kan worden vastgesteld door een stukje weggenomen tumorweefsel te onderzoeken met behulp van speciale testen. Deze test wordt door de patholoog in het ziekenhuis uitgevoerd. Er bestaan op dit moment vier verschillende testen om HER2-positiviteit te bepalen:

  • IHC test - (Immunohistochemie test); hierbij kunt u een uitslag van 0 (negatief), 1+ (negatief), 2+ (twijfelgeval) of 3+ (positief) krijgen. Bij de uitslag 3+ spreekt men van HER2-positiviteit. Bij de uitslag 2+ is een hertest met een CISH of FISH test noodzakelijk ter bevestiging.
  • FISH test - (Fluorescentie In Situ Hybridisatie test); hierbij kunt u een uitslag krijgen van - (negatief) of + (positief).
  • CISH test - (Chromogene In Situ Hybridisatie test); ook hierbij kunt u een uitslag krijgen van - (negatief) of + (positief.)
  • MLPA test: (Multiplex Ligation-Dependent probe Amplification) ook hierbij kunt u een uitslag krijgen van - (negatief) of +(positief).
Wat als de borstkankercellen geen receptoren voor hormonen en/of HER2 hebben?

Triple-negatieve borstkanker (TNBC) wordt gekenmerkt door de afwezigheid van receptoren voor zowel de hormonen oestrogeen (ER) en progesteron (PR), als voor HER2. Patiënten met triple-negatieve borstkanker worden in de regel behandeld met enkel chemotherapie,

De TNM-indeling

Tumor: de grootte van de tumor
Node: of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren en zo ja, in hoeveel lymfeklieren
Metastase: of er uitzaaiingen in andere organen zijn

TNM-indeling van borstkanker

 

T

N

M

X

 

 

het is (nog) niet vast te stellen of de borstkanker is uitgezaaid naar andere organen

0

 

er zijn geen uitzaaiingen in de lymfeklieren.

er zijn geen uitzaaiingen aangetroffen

0 (i+)

 

in de lymfeklieren zijn alleen losse tumorcellen of hele kleine groepjes tumorcellen tot 0,2 millimeter gevonden. Dit telt niet als een echte uitzaaiing

 

1

de tumor is kleiner dan 2 centimeter

uitzaaiingen in 1 tot 3 lymfeklieren

er zijn uitzaaiingen in andere organen.

1mi

de tumor is kleiner dan 1 millimeter.

kleine uitzaaiingen tussen de 0,2 en 2 millimeter.

 

1a

de tumor is tussen de 1 en 5 millimeter groot.

 

 

1b

de tumor is tussen de 5 millimeter en 1 centimeter groot

 

 

1c

de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot

 

 

2

de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot

uitzaaiingen in 4 tot 9 lymfeklieren.

 

3

de tumor is groter dan 5 cm.

uitzaaiingen in 10 of meer lymfeklieren

 

4

de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid. De grootte van de tumor maakt hierbij niet uit.

 

 

De 4 stadia van borstkanker

Stadium 1 (T1N0M0) - De tumor in de borst is kleiner dan 2 centimeter en er zijn geen uitzaaiingen in de lymfeklieren in de oksel. Er kunnen ook uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel zitten, maar er zijn geen uitzaaiingen in andere organen.

Stadium 2 (T0-3N0-1M0) - De tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. Er kunnen ook uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel of het borstbeen zitten, maar er zijn geen uitzaaiingen in andere organen.

Stadium 3 (anyTanyNM0) - De tumor is groter dan 5 centimeter. Er kunnen ook uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel zitten. De tumor valt ook in stadium 3 als hij kleiner is dan 5 centimeter, maar door de huid van de borst naar buiten komt. Of als hij vastzit aan de wand van de borst. In beide gevallen is de kans groot dat er ook uitzaaiingen in andere delen van het lichaam zijn.

Stadium 4 (anyTanyNM1) - Borstkanker met aangetoonde uitzaaiingen in andere delen van het lichaam.